De Erkenningsregeling van het CBF: een verrassende stap
Het Mr. Roelsefonds heeft een bijzondere stap gezet. Het fonds heeft namelijk, naast zijn erkenning van de FIN-Code Goed Bestuur, de CBF-Erkenning aangevraagd. We hebben ons dus vrijwillig laten toetsen aan de strenge kwaliteitscriteria die bij de Erkenning horen.
Waarom is dit verrassend? De Erkenningsregeling is van toepassing op fondsenwervende organisaties, organisaties die voor hun inkomsten afhankelijk zijn van het vertrouwen van het publiek. Fondsen passen bij de Erkenning zolang zij naast het beheer van hun eigen vermogen ook gelden werven om de activiteiten van het fonds te kunnen bekostigen. De zogenaamde “hybride” fondsen.
Het Mr. Roelsefonds is geen hybride fonds. Het bekostigt de activiteiten van de aanvragende initiatieven volledig vanuit het beheer van het eigen vermogen. En dus was de Erkenningsaanvraag van het Mr. Roelsefonds nieuw en bijzonder.
Geslaagd!
Het CBF heeft de toetsing van het Mr. Roelsefonds met veel plezier uitgevoerd in de vorm van een pilot. De aanvraag past immers niet bij de Erkenningsregeling zoals die nu is. Het was een goede test, voor zowel het Mr. Roelsefonds als voor het CBF. Want de Stuurgroep Erkenningsregeling heeft in haar toekomstvisie staan dat er meer aandacht moet komen voor verbreding van de Erkenningsregeling.
Het Mr. Roelsefonds heeft de toetsing gebruikt om zich op verschillende vlakken te professionaliseren en is overtuigend geslaagd voor deze pro forma Erkenning. Dat is een felicitatie waard.
Wat zijn de gevolgen van deze pilot?
Gaat er nu per direct iets veranderen voor andere fondsen en foundations en de Erkenningsregeling? Het antwoord is: nee. Deze fondsen hebben namelijk via hun brancheorganisatie FIN (Fondsen in Nederland) een eigen, zelfregulerend toezicht georganiseerd dat past bij de specifieke aard van deze fondsen.
De succesvolle pilot met het Mr. Roelsefonds is een eerste, mooie stap om te onderzoeken of de Erkenning een aanvulling kan zijn op de eigen zelfregulering.